Gelet op artikel 263 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, dat stelt dat er voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar dient voorgelegd te worden aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op artikel 29 van het Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30/03/2018:
“De opvolgingsrapportering, vermeld in artikel 263 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, bevat minstens al de volgende elementen:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.”
Enig artikel: De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportage over het eerste semester van het boekjaar 2024.